Pensioenregelingen gaan op veel punten veranderen. Een belangrijke vraag hierbij is: wat zijn de fiscale grenzen aan het nieuwe pensioen. En wat zijn voor de werkgever de budgettaire gevolgen?
Bepaalde begrippen, ook in de nieuwe pensioenregeling, zijn pensioengevend salaris en pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het pensioengevend salaris minus de franchise. De premie zal meestal worden berekend aan de hand van de pensioengrondslag, maar kan ook worden berekend over het pensioengevend salaris. Daarnaast krijg je als werkgever mogelijk te maken met bepaalde opslagen bovenop de premie. Het is dus belangrijk om stil te staan bij de vraag welk budget de komende jaren voor pensioen beschikbaar is en welke pensioenregeling daarbij past.
Fiscale grens premie ouderdomspensioen en partnerpensioen ná ingaan pensioen
Het nieuwe pensioencontract kent alleen nog premieovereenkomsten. Voor de bepaling van de maximaal toegestane premie kijkt de belastingwetgever naar de periode ná de pensioendatum. Is een toezegging van een premie tevens bestemd voor het partnerpensioen ná de pensioendatum, dan zit ook de daarvoor bestemde premie in de wettelijk maximaal vastgestelde fiscale grens in de Wet op de loonbelasting 1964.
Deze grens is vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag van een werknemer. Dit geldt dus voor de totale premie voor het ouderdomspensioen en voor het partnerpensioen bij overlijden op of ná pensioendatum. Het partnerpensioen bij overlijden ná de pensioendatum is vaak afgestemd op 70% van het ouderdomspensioen. Al mag een afwijkende verhouding. Ga dit goed na in de pensioenregeling.
De pensioengrondslag bestaat uit het pensioengevend salaris van een werknemer minus de in de pensioenregeling vastgelegde franchise. Het maximale percentage kan in de toekomst nog best wel veranderen als bijvoorbeeld de premie niet voldoende blijkt om een gemiddeld goed pensioen in te kopen. Of andersom, als het rendement en de rente blijven stijgen, is de kans groot dat het percentage van 30% naar beneden wordt bijgesteld. In principe bekijkt de wetgever elke vijf jaar of een aanpassing van de fiscale grens nodig is.
Op grond van de nieuwe Pensioenwet geldt dat voor iedere werknemer dezelfde premie wordt betaald. Dit betekent echter niet dat elke werknemer hetzelfde bedrag in zijn pensioenpot krijgt. Het rendement maar ook andere resultaten binnen de pensioenregeling worden namelijk over de verschillende leeftijdsgroepen binnen een bepaalde pensioenregeling verdeeld. Werkgevers die voor 1 juli 2023 (ingangsdatum Wet toekomst pensioenen) al een pensioenregeling hadden in de vorm van een staffelpremie (oplopende premie per leeftijdsgroep), kunnen deze behouden als zij een beroep doen op het overgangsrecht. Dit geldt uitsluitend voor werknemers die al onder deze pensioenregeling vallen.
Vanaf het moment dat de werkgever kiest voor de nieuwe premieovereenkomst geldt voor nieuwe werknemers de gelijke premie van maximaal 30% van de pensioengrondslag. En ook als de werkgever voor een lager percentage kiest geldt dat voor alle werknemers die ná de wijziging van de pensioenregeling in dienst zijn gekomen. Het is aan de werkgever of hij de twee verschillende systemen (oplopende premie of gelijke premie) naast elkaar in stand wil houden.
Fiscale grens premie partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór pensioendatum
Het nieuwe pensioencontract kent voor het partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum slechts de mogelijkheid dit te verzekeren. Opbouw van partner- en wezenpensioen vóór de pensioendatum is niet meer mogelijk. Gaat iemand uit dienst, en eindigt hiermee de deelname aan de pensioenregeling, dan is er ook geen dekking meer bij overlijden. Wel kun je voor eigen rekening de dekking vrijwillig voortzetten.
De fiscale grens voor deze verzekering is onder de nieuwe pensioenregeling afhankelijk van de maximale uitkering, die wordt aangeduid met een percentage van het pensioengevend salaris. En niet meer afhankelijk van hoe lang iemand al in dienst is. Ook hier stelt de Wet op de loonbelasting een maximale grens. Een partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum mag niet meer zijn dan 50% van het laatstgenoten pensioengevende salaris. Een lager percentage mag wel, een hoger percentage mag niet.
Voor het wezenpensioen geldt een maximaal percentage van 20% van het laatstgenoten pensioengevend salaris. Zijn beide ouders overleden dan geldt als maximale grens 40%. De verwachting is dat veelal lagere percentages worden afgesproken. De risicopremies voor het partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum mogen apart in rekening worden gebracht bij de werkgever, bovenop de premie voor het ouderdomspensioen en het partnerpensioen bij overlijden ná de pensioendatum. Let als werkgever dus goed op wat de totale premie is die je voor de pensioenregeling moet betalen.
Pensioengrondslag of pensioengevend salaris
Pensioenen kunnen afhankelijk zijn van de pensioengrondslag of het pensioengevend salaris. Het gebruiken van een bepaalde franchise kan betekenen dat werknemers met een laag salaris dat er weinig pensioengrondslag overblijft. Daardoor zullen zij waarschijnlijk geen of weinig pensioenpremie in hun pensioenpot krijgen. Het is daarom mogelijk de inleg alleen af te laten hangen van het pensioengevend salaris. Zolang de bijdrage aan de pensioenregeling maar onder de eerdergenoemde fiscale grens blijft.
Rekenvoorbeeld
Stel de werkgever doet een toezegging aan zijn werknemers van 10% van het pensioengevend salaris. Bedraagt dat € 40.000 dan is een premie beschikbaar van € 4.000. Fiscaal gezien mag dit maximaal 30% van de pensioengrondslag zijn. De pensioengrondslag is het pensioengevend salaris (€ 40.000) minus de franchise. Deze franchise kent ook een wettelijk minimum. Hierbij geldt dat een hogere franchise altijd is toegestaan, maar een lagere franchise alleen als het maximale percentage naar beneden is bijgesteld. De minimale franchise in 2024 is € 17.545 en sluit aan bij de AOW voor een gehuwde. De pensioengrondslag bij een pensioengevend salaris van € 40.000 is dan: (€ 40.000 - € 17.545 =) € 22.455. En de maximale premie (30%) is € 6.736,50. Zolang de beschikbare premie (in dit voorbeeld € 4.000) hieronder zit, is de pensioenregeling toegestaan.
Voor werkgevers is het belangrijk dat zij goed kijken naar het budget en de pensioenafspraken met werknemers. Breng in kaart welk bedrag je nu betaalt aan premie en voor welke pensioensoort en vergelijk dit met het nieuwe pensioencontract. Vraag tijdig de informatie aan bij je pensioenuitvoerder en ga op tijd met werknemers in gesprek over aanpassingen. Hiermee voorkom je een hoop zorgen voor morgen.
<="" a="" title="Terug naar de inhoudspagina van 'Zorgen voor morgen'" href="DocNews.aspx?Layout=PRM-ZORG" target="MainWindow" alt="PayRoll Magazine Online - Zorgen voor morgen">
="">