Tijdelijk toegankelijk document uit PayRoll Kennisbank PRO

Zonnepanelen, een zwabberende overheid en de Belastingdienst


De overheid moet weer betrouwbaar worden, riepen de formerende partijen tijdens de kabinetsformatie aan iedereen die het maar horen wilde. In de regel dan, want uitzonderingen blijven natuurlijk wel bestaan. Welke wind er ook door de Haagse wandelgangen waait.

Als schoolvoorbeeld voor de vermeende onbetrouwbaarheid haalt men graag het zwabberbeleid rond zonnepanelen aan. Dan werd de salderingsregeling de afgelopen jaren weer afgebouwd, dan weer verlengd, toch maar niet, of wel? Het nieuwe kabinet wil er rigoureus een streep doorzetten. Wie duurzaam wil, moet het zelf ophoesten.

Moord en brand

De zonnepanelenbranche schreeuwt uiteraard moord en brand. Waar de bomen tot voor kort de hemel in leken te groeien, zit men plots in zak en as. Ook al verlengt het afschaffen van de salderingsregeling de terugverdientijd slechts met 2 jaar (van 7 naar 9 jaar) op een economische levensduur van 25 jaar, zoals de installateurs terecht betogen. Maar zie dat maar eens aan de man te brengen als de beeldvorming in de media er haaks op staat.
Ik verwacht niet dat ik met deze column iets aan die beeldvorming kan doen. Maar ik kan op zijn minst aan mijn vakgenoten duidelijk maken dat het aan de Belastingdienst niet zal liggen als het gaat om investeringen in bijvoorbeeld duurzame zaken zoals zonnepanelen en warmtepompen. En dat is toch weer mooi meegenomen. Of zitten er toch nog addertjes onder het gras?

 

Dat zit zo:

Als een werkgever verduurzaming wil stimuleren dan kan dat bijvoorbeeld door de werknemer brutoloon te laten inleveren in ruil voor een nettovergoeding voor bijvoorbeeld de aanschaf van zonnepanelen of een warmtepomp. De werknemer heeft dan een nettovoordeel.
Nadeel voor de werkgever is dat deze vergoeding loon is dat dan in de vrije ruimte aangewezen kan worden en die aanwijzing kan financiële pijn betekenen. Want als de vrije ruimte hierdoor overschreden wordt dan betaalt de werkgever 80% eindheffing. Werkgevers mogen deze eindheffing niet op de werknemer verhalen. En dat terwijl de werkgever een uitruilregeling vaak kostenneutraal wil houden.

Voordeel

Maar er zit ook een voordeel aan, want de werkgever betaalt door het lagere loon vaak ook minder premies voor sociale zekerheid. Dit verzacht de financiële pijn iets. Gelukkig heeft de Belastingdienst recent aangegeven dat je de werknemer wel meer brutoloon mag laten inleveren dan dat hij/zij er aan nettovergoeding voor terugkrijgt. Als je dit maar met elkaar afspreekt voordat de vergoeding genoten wordt.
Kwestie dus van een rekensommetje… Hoeveel brutoloon kun je de werknemer laten inleveren en welke nettovergoeding staat daar dan tegenover, zodanig dat de werknemer er netto gezien nog steeds een voordeel van heeft en dat de werkgever niet op kosten wordt gejaagd.

Addertjes?

Zitten er dan nog addertjes onder het gras? Nou, de Belastingdienst heeft aangegeven dat bij vergoedingen of verstrekkingen boven de € 2.400 per werknemer per jaar zij mogelijk kan stellen dat dit ongebruikelijk is. Dus je bent gewaarschuwd: niet zomaar de werknemer brutoloon laten uitruilen voor €10.000 aan zonnepanelen! En vergeet niet de werknemer te informeren over andere mogelijke gevolgen van een cafetariaregeling. Want als goed werkgever wil je altíjd betrouwbaar zijn.

Janita Klomp

Wet- en regelgeving
Externe links
Overige informatie
/prol/
Docnr: 231378